Sinds de opkomst van de computer en het internet, is ons leven steeds meer aan het digitaliseren. We ontwikkelen ons richting een informatiesamenleving waarin alles wordt gemeten en data worden uitgewisseld en geanalyseerd met slimme computers. Met als component een ‘winner-takes-all’ gedreven platformeconomie en een robotisering waarbij we op het punt staan om de mens als zwakste schakel te elimineren en te vervangen door kunstmatige intelligentie.
We zijn op een punt gekomen dat we bijna alles kunnen ‘programmeren’ en ‘ontwerpen’ naar onze wensen. Tegelijkertijd hebben we systemen met algoritmen gecreëerd waarin de menselijke maat zoek lijkt en raakt de aarde verder uitgeput.
Samenleving 5.0
Er is een groeiend besef dat deze ontwikkeling niet langer houdbaar is. We zullen naar een samenleving moeten waarin de mens en diens omgeving en de menselijke maat weer centraal staan. Het gaat erom, de digitalisering en andere technologische ontwikkelingen weer ten dienste daarvan in te zetten.
Overheden zoals Japan en de EU zetten in dat kader in op Samenleving 5.0: een ‘superslimme samenleving’, waarin de mens centraal staat en die economische vooruitgang balanceert met het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Met in het kielzog hiervan Industrie 5.0: de manier waarop we onze organisaties digitaliseren en automatiseren.
Er zijn nieuwe, 21 eeuwse vaardigheden nodig
Er wordt in dit kader veel verwacht van trainen en herscholen van personeel, om nieuwe vaardigheden aan te leren om beter om te gaan met digitale technologieën. En om de ontwikkeling van user-centric design mogelijk te maken, met systemen die ontworpen worden met de mens(elijke maat) centraal. Zoals zorgrobots en zelfrijdende rolstoelen. En overheden, banken en financiële instellingen die één gezicht hebben en hun dienstverlening rondom de ‘klantreis’ organiseren. Hiervoor zijn vaardigheden zoals creatief en probleemoplossend denken, en communiceren en samenwerken van belang.
Dit worden de 21e eeuwse vaardigheden genoemd. Niet zozeer omdat ze perse nieuw zijn, maar essentieel om in deze eeuw mee te blijven doen als bedrijf en als werknemer.
Traditionele leerprocessen volstaan niet
Traditionele leerprocessen volstaan hiervoor niet: 1) omdat ze naast de bestaande werkpraktijk georganiseerd worden en 2) omdat effectieve leerprocessen vereisen dat je lerenden intensief volgt, hun leergedrag opneemt, analyseert hoe ze met hun peers overleggen en hun vorderingen systematisch meet.
Het is niet omdat een leraar lesgeeft dat leerlingen leren. Graham Nuthall formuleert zes inzichten, die voor leerprocessen relevant zijn:
- Elke lerende benadert een les vanuit eigen eerdere inzichten en een eigen motivatie om te willen leren.
- Leren gebeurt zelden meteen. Het is meestal het resultaat van herhaalde ontmoetingen met de lesstof, die in hun variatie steeds een beetje nieuwe kennis bijvoegen
- Het gaat om het bieden van kansen tot leren. Het leren zelf draait om het benutten van die kansen. Lerenden moeten zich zelf actief de nieuwe inhoud eigen maken en betekenis eraan geven.
- Lerenden leren vaak het meest en het best van leerervaringen die ze zelf gekozen hebben, of die ze zelf mogen aansturen. Als lerenden hun eigen vragen mogen stellen, aan een zelf gekozen taak of project mogen werken en dergelijke, groeit de kans dat ze willen leren en bijhouden wat ze geleerd hebben.
- De context waarin geleerd wordt bepaalt een deel van de leerervaring. Lerenden leren niet alleen nieuwe inhoud, ook de context en de omstandigheden waarin geleerd wordt spelen mee. Deze context heeft ook een sterke impact op de opvattingen over leren: als leerlingen steeds invulblaadjes moeten invullen, leidt dat tot een ander beeld dan wanneer ze zelf redeneringen leren opzetten.
- Peers hebben een grote invloed op leerervaringen. Veel kennis en inzichten die lerenden opdoen, komen tot stand via hun peers, zoals leeftijdsgenoten en collega’s. Lerenden willen graag in groepen leren, en tot groepen behoren. Leren is een sociale activiteit, omwille van het leren én het sociale.
Krachtige leerprocessen
Gegeven het bovenstaande is het dus verstandig om leerprocessen in bedrijven vooral vanuit de eigen motieven en vragen van werknemers vorm te geven, in teamverband plaats te laten vinden en aan de context van de bestaande (werk)praktijk te koppelen. Dat werkt krachtiger dan leerprocessen die vooral op individuele basis, klassikaal, en naast de bestaande werkpraktijk plaatsvinden.
Wil je weten hoe je zo’n leerproces in kunt richten? In ons webinar ‘krachtige leerprocessen’ van 17 februari laten we zien hoe dit kan en introduceren we ons programma dat we hiervoor ontwikkeld hebben. Reserveer je plek als je daarbij wilt zijn.