SPREEK JIJ MEDEWERKERS OOK ALTIJD TE LAAT AAN?
Ben jij ook zo dat je medewerkers eigenlijk te laat aanspreekt? Pas als je ziet dat het niet goed gaat en dat het gedrag van de medewerker daar niet aan bijdraagt?
Dan heb je de slag dus al gemist!
Dan reageer je reactief in plaats van proactief.
Je reageert namelijk niet op de momenten dat de medewerker het wel goed doet!
Vaak kun je dan al volstaan met een complimentje, of een schouderklopje. Dat is vaak al voldoende voor dat ‘aha’ moment van die medewerker, van ‘Oh, zó bedoelen ze dat dus, dit willen ze dus zien!’.
Zo’n complimentje of zo’n schouderklopje kun je honderden keren per dag geven. En omdat het gemiddeld 66 dagen duurt om ander gedrag of een nieuwe gewoonte aan te leren, is dat een probaat middel.
Je kunt niet verwachten dat een medewerker zijn of haar gedrag van vandaag of morgen verandert. Accepteer dus ook dat dit niet meteen goed gaat. En geef elke keer dat het wel goed gaat een positief signaal af, zoals een schouderklopje of een complimentje.
Bespreek de keren dat het wel goed gaat ook regelmatig met elkaar, en onderzoek samen hoe dit kan worden versterkt. Zoals in dit filmpje, over waarderend coachen.
Vaak kom je dan uit bij de drijfveren en de talenten van de ander, bij wat iemand motiveert en energie geeft. En hier zitten de pareltjes in de weg die de ander nodig heeft in het veranderen of versterken van het gedrag.
Waarbij het natuurlijk wel handig is om het gewenste gedrag met elkaar te bespreken. Maar…
- Laat de ander vooral zelf aangeven wat het gedrag is dat voor hem of haar het beste werkt.
- Zorg ervoor dat dit concreet wordt.
- En maak het realiseerbaar
Niet: ‘Ik schrijf verbeteringen op het verbeterbord’.
Maar: Ik schrijf elke dag om 16.00 uur één verbetering op het verbeterbord’. Dat is én concreet én realistisch.
Een concreet en realistisch doel is overzienbaar en motiveert eerder om het bijbehorende gedrag te laten zien.
Wil je leren hoe dit in de praktijk werkt?